Blog: Van criticus naar coach: een herziene blik op pedagogische coaching

Al een paar jaar geleden liep ik een peutergroep binnen, iets te vroeg voor mijn coachafspraak. De pedagogisch medewerker (PM-er) schrok even toen ze me zag. Op dat moment speelden er veertien peuters in het speellokaal. Eén PM-er was druk in de weer met kinderen op het klimrek, terwijl een stagiaire op de grond met een jongetje een bal overrolde. De PM-er die ik zou coachen, stond bij een grote mat die omhoog was gebracht met kasten. Kinderen sprongen van een springplank op de mat en klauterden vervolgens verder omhoog. Aan het einde van de mat sprongen ze met veel gegil weer naar beneden. Wat me opviel, was dat de PM-er nauwelijks naar de kinderen keek; ze was afgeleid door een meisje dat aan de andere kant van het lokaal het licht aan en uit deed.

Ze wilde naar het meisje lopen, maar kon de kinderen bij de mat niet alleen laten. Terwijl ze vanaf een afstandje het meisje een aantal keren vroeg te stoppen, besloot ik eerst rustig te gaan zitten en de situatie te observeren. Na een paar minuten vroeg ik of ik haar mocht filmen. Dat was oké.

Al snel riep ze me terug. “Ik vind het echt naar voor je,” zei ze, “maar ik wil stoppen, want dit is absoluut niet goed.” “Naar voor mij?” dacht ik toen, “ik kwam toch voor jou?” Maar dat terzijde. Ik vroeg haar wat ze dan niet goed vond, en zo begon het ontwikkelproces. Ze voelde zich schuldig omdat ze de kinderen geen aandacht kon geven. Haar frustratie over het meisje bij de lichtknop en haar collega’s die niet ingrepen, maakte het moeilijk voor haar om gefocust te blijven.

Een simpele vraag: “Wat zou je willen?”

Ik vroeg haar: “Wat zou je willen?” “Gewoon met de kinderen aan de slag,” antwoordde ze. “Oké, wat kun je nu doen om dat voor elkaar te krijgen?” Ik had het nog niet gezegd of ze draaide zich om en vroeg de kinderen bij de mat even te wachten met springen. Vervolgens liep ze naar het meisje bij de lichtknop, gaf haar een hand en bracht haar naar de stagiaire. Toen vroeg ze haar collega om even overzicht te houden, zodat zij zich met de kinderen op de mat kon bezighouden.

Na deze “ingreep” bleek dat de kinderen ondertussen waren verdwenen. Hoofdschuddend kwam ze terug. “Ja, zo gaat dat dus steeds.” “Wat zou je willen?” vroeg ik opnieuw. “Gewoon met de kinderen spelen.” “Nou, ga dat doen!” En daar ging ze. Een jongetje speelde op een hobbelwalvis. “Mag ik erbij?” vroeg ze. Hij knikte ja. Ze begon een praatje en ontdekte dat hij op reis was. “Waar ga je dan naartoe?” vroeg ze. En zo ontstond er een mooi spel tussen hen. Mijn camera ging weer aan. Steeds meer kinderen kwamen kijken waar de reis naartoe ging, en er ontstond een prachtig gesprek en spel.

Na afloop bekeken we de filmpjes samen. Het werd haar meteen duidelijk: ik hoefde alleen maar een paar vragen te stellen over beschikbaarheid en nabijheid. Ook het belang van spelbetrokkenheid en rollen kwam aan bod. Je snapt het al: ik ging dolblij door naar mijn volgende afspraak. Gedurende de maanden die volgden, vertelde ze me telkens weer over de successen die ze boekte, hoe ze het aanpakte en hoe de kinderen zich ontwikkelden. Het mooiste was nog dat ze bij tegenslag ook naar me toe kwam. Ze betrok zelfs haar collega’s bij haar eigen ontwikkelproces. Dit was een succesverhaal, maar zeker geen sprookje.

Coaching kan zo zijn, vooral als de visie van de coach aansluit bij die van de coachee en de aanpak past bij de manier waarop de coachee wil en kan leren. Ik geloof echt dat je als coach niet te veel moet willen doen, niet uit luiheid, maar omdat de drive, kracht en kennis al aanwezig zijn. Het enige wat je doet, is vragen stellen om de coachee tot inzichten te laten komen.

De rol van de coach: een nieuwe blik

De Wet IKK (Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang) onderstreept het belang van kwaliteitsverbetering in de kinderopvang. Coaches spelen hierin een cruciale rol. Dat vind ik ook. Het is mooi dat er tijd wordt genomen voor een reflectief gesprek over het handelen van de PM-er in de groep. Ik hoor van veel PM-ers en leerkrachten dat ze steeds vaker kampen met kinderen die begeleiding nodig hebben: om hun emoties te reguleren, om tot spel te komen, omdat ze een achterstand hebben opgelopen op het gebied van spraak of taal, en nog vele andere redenen. De pedagogisch medewerker moet zichzelf dus steeds opnieuw uitvinden om te kunnen voldoen aan de behoeftes van kinderen, ouders en de maatschappij. Daar kun je wel wat hulp bij gebruiken, lijkt me zo. En toch merk ik dat er weerstanden bestaan ten aanzien van het pedagogisch coachen.

Weer even terug naar mijn coachee. De PM-er die ik coachte, baalde er eigenlijk van dat ik te vroeg was gekomen. Ze had liever een andere activiteit laten zien, eentje die haar makkelijker afging. Ze dacht dat mijn kijk op de zaak zou veranderen, dat ik er meer tevreden over zou zijn en dat mijn oordeel milder zou zijn. Maar wat ze toen nog niet wist, was dat het eigenlijk niet gaat om wat je filmt of wanneer je observeert. Het draait om de interactie tussen de PM-er en de kinderen, het aanbod dat ze doet (gebaseerd op brede ontwikkeldoelen en de vier pedagogische doelen), en de kwaliteit van de activiteiten, het spel en het gesprek. En ook dat mijn oordeel helemaal niet passend en helpend zou zijn geweest.

Inmiddels hebben mijn collega’s en ik, omdat we dachten dat het anders zou kunnen, een eigen pedagogisch beleidsmedewerker/coachopleiding ontwikkeld en laten accrediteren. Deze training is volledig gericht op het ontwikkelpotentieel van de coachee. We wilden de focus verleggen van beoordeling naar groei, zodat pedagogisch medewerkers zich veilig voelen om te leren en zich te ontwikkelen. Weg van de rol van criticus.

Als trainer van pedagogisch coaches in opleiding zie ik vaak dat dezelfde vragen ook bij hen leven. Veel aankomende coaches zijn enthousiast, maar ervaren ook een zekere terughoudendheid. Ze twijfelen aan hun vermogen om feedback te geven zonder dat dit als kritiek wordt ervaren. Vaak hebben ze in het verleden negatieve ervaringen gehad met observaties of hebben ze zich ongemakkelijk gevoeld bij het idee dat iemand meekijkt.

Ik moedig hen aan om deze gedachten om te zetten naar een positieve werkhouding. Het draait niet om oordelen, maar om de groei van de PM-er en het creëren van een omgeving waarin leren centraal staat.

Als vervolg op deze training hebben we sinds kort ook de Kijkkracht-training geïntroduceerd. In deze training leert de coach om de regie uit handen te geven. Samen met de Kijkkrachtcoach leert de coachee zelf filmmateriaal te bekijken. Ze benoemen hun eigen kwaliteiten, beschrijven het effect daarvan op de kinderen en ontdekken hoe ze deze krachten kunnen inzetten om ook andere situaties op een pedagogische manier aan te pakken. Coaching next level, zeg maar!

Nog even dit

Ik wil met het schrijven van deze blog niet zeggen dat het slecht gesteld is met het pedagogisch coachen op de werkvloer. In tegendeel. Ik weet dat het veel oplevert en als rijkdom wordt ervaren. Ik wil  hiermee ook niemand tegen het verkeerde been schoppen; ik weet dat er heel veel pedagogisch coaches zijn die net zo denken en handelen als ik. Mijn bedoeling was niet om de criticus uit te hangen maar juist een shout-out te geven aan al die hardwerkende coaches die zoveel moois brengen op de groepen. Blijf vooral doorgaan met simpele vragen stellen, laat dat potentieel groeien!

Reflectie
Ik sluit graag af met enkele vragen aan jou:

  • Hoe ziet coaching er binnen jouw organisatie uit?
  • Hoe zou jij zelf gecoacht willen worden?
  • Wat hebben PM-ers, denk jij, nodig om zich te ontwikkelen in hun rol en hun volledige potentieel te bereiken?
  • Hoe kunnen we de rol van de coach in jouw ogen het beste opnieuw definiëren, zodat deze de kwaliteit van het pedagogisch handelen versterkt en het groeipotentieel van PM-ers — en dus de kinderen — optimaal benut?

Over de auteur

Jenneke Koopman-Homma heeft een rijke achtergrond in de kinderopvang en het onderwijs, met jarenlange ervaring in trainingen, IKC-begeleiding, coaching en advieswerk voor zowel scholen als kinderopvang. Haar inzichten zijn voortgekomen uit diepgaande gesprekken met kinderopvangmedewerkers en leerkrachten, coaching op de werkplek en beeldcoachings- trajecten in de kinderopvang en het primair basisonderwijs. Deze ervaringen hebben haar met een andere bril laten kijken naar pedagogische coaching en de effecten daarvan op de groei en ontwikkeling van pedagogisch professionals en daarmee de groei en ontwikkeling van de kinderen.

Spiekr community

  • Spiekbrief

    Haal het beste uit je organisatie en jezelf. Abonneer je op onze spiekbrief.

Stel je vraag